Welkom bij Loosduinse Apotheek

Loosduinse hoofdstraat  185
2552AB Den Haag

Tel:   070-3978676
E-Mail:  info@loosduinseapotheek.nl

Uw gezondheid, ons doel

Uw gezondheid, welbevinden en veiligheid waarborgen, daar staan wij voor. U kunt bij ons terecht voor al uw medicijnen en zelfzorgproducten. En voor een persoonlijk advies en professionele voorlichting. Bent u niet in staat om zelf naar ons toe te komen? Dan bezorgen wij de medicijnen aan huis.

Kwaliteit voorop     

Kwaliteit en veiligheid staan hoog in ons vaandel. Wij houden met een speciaal 'bewakingssysteem' uw medicijngebruik en mogelijke bijwerkingen in de gaten. Onze dienstverlening is bekroond met het HKZ-kwaliteitskeurmerk.

 

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

docetaxel

Docetaxel is een kankerremmende stof (cytostaticum). Het remt de groei van sommige tumoren.

Artsen schrijven docetaxel voor als chemotherapie (chemokuur) bij kanker.

Wat doet docetaxel en waarbij gebruik ik het?

Kanker

Kanker is een verzamelnaam voor meer dan honderd verschillende aandoeningen, waarbij lichaamscellen zich ongeremd vermenigvuldigen. Het gevolg is tumoren (gezwellen) of afwijkingen in bloed en lymfebanen. Het is een ernstige ziekte die fataal kan zijn als men er niets aan doet.

Dankzij nieuw onderzoek is tegenwoordig goede behandeling voor veel soorten kanker mogelijk. Bij snelle behandeling voorkomt u dat een kankergezwel doorgroeit in het omringende weefsel of dat het uitzaait. Bij uitzaaiingen ontstaat kanker op andere plaatsen in het lichaam.

Docetaxel wordt gebruikt bij verschillende soorten kanker:

  • Borstkanker
  • Longkanker
  • Maagkanker en slokdarmkanker
  • Huidkanker met name van hoofd en hals (plaveiselcelkanker)
  • Prostaatkanker
  • Schildklierkanker.

Oorzaak
In elke cel zit DNA. DNA bevat de erfelijke eigenschappen van ons lichaam, zoals de bloedgroep en de kleur van de ogen. Door het DNA weten cellen wat ze moeten doen, bijvoorbeeld ook hoe snel ze zich moeten delen. Bij een celdeling ontstaan uit één cel twee dochtercellen, met exact hetzelfde DNA als de moedercel. Als het stukje DNA dat de celdeling bestuurt beschadigd raakt, kan de cel zich sneller gaan delen. De dochtercellen van elke cel bevatten dezelfde beschadiging in het DNA. Daardoor gaan ook deze cellen zich ongeremd delen, met kanker tot gevolg.

Hoe de beschadiging in het DNA ontstaat, is vaak onbekend. Het lijkt soms te komen door chemische stoffen als teer in tabaksrook, of door asbest, alcohol, te veel of te vet voedsel, straling of door een erfelijke aanleg.

Verschijnselen
Kanker is een verraderlijke ziekte. Elke kankersoort veroorzaakt weer andere klachten. In het beginstadium zijn er vaak helemaal geen verschijnselen. Pas als een kankergezwel tegen zenuwen aandrukt, is pijn te voelen.

Sommige klachten komen bij vrijwel alle kankersoorten voor, zoals erge vermoeidheid, gebrek aan eetlust en sterke vermagering (bijvoorbeeld meer dan drie kilo per maand).

  • Bij borstkanker kunt u soms een knobbeltje voelen in de borst. Verder kan de huid indeuken of juist rood en gezwollen zijn, kan er vocht uit de tepel komen of kan de tepel naar binnen trekken.
  • Bij longkanker merkt u soms dat u moet hoesten, pijn op de borst heeft of kortademig bent.
  • Bij maagkanker heeft u soms pijn in de bovenbuik, een vol gevoel, zwarte ontlasting door bloed in de ontlasting of moet u bloed braken.
  • Bij slokdarmkanker heeft u soms klachten tijdens of na het eten zoals hoesten, opgeven van voedsel of hinderlijke hik, een vol gevoel, en geeft u soms bloed op.
  • Bij huidkanker merkt u knobbeltje, ruwe plekken, ontstekingen die niet willen genezen of huidverkleuringen.
  • Bij prostaatkanker merkt u soms moeite met plassen, pijn bij het plassen of pijn in de onderbuik.   
  • Schildklierkanker kunt u soms merken aan een knobbel in de hals, pijn in uw keel, hals of nek, heesheid en opgezette klieren in de hals. Deze verschijnselen hoeven niet op kanker te wijzen, maar kunnen ook door andere goedaardige schildklieraandoeningen worden veroorzaakt.  

Neem bij deze verschijnselen contact op met uw arts.

Behandeling
De behandeling hangt af van de plaats waar de kanker zit en het stadium van de ziekte. Operatie, chemotherapie met cytostatica en bestraling zijn de meest voorkomende behandelingsmethoden. Docetaxel wordt meestal gebruikt in combinatie met andere cytostatica. Het wordt met een infuus in een bloedvat toegediend.

Effect
Docetaxel remt de celdeling van de kankercellen. De werking komt tot stand doordat het vast gaat zitten aan eiwitten die nodig zijn om de tumorcellen te laten delen.

Lees meer over kanker . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Dit medicijn heeft een krachtige werking op de celdeling, niet alleen van kankercellen maar ook van gezonde lichaamscellen. Hierdoor kunnen bijwerkingen ontstaan, bijvoorbeeld op plaatsen waar de cellen zich van nature snel delen. Dit zijn de slijmvliezen van mond, maag en darmen, de huid, de haren en het bloed.

Door de lijst van bijwerkingen kan het lijken dat het medicijn erger is dan de kwaal. Maar de bijwerkingen komen lang niet bij iedereen in dezelfde mate voor. Bovendien gaan de bijwerkingen na de chemokuur geleidelijk over.

De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende:

Regelmatig (bij meer dan 30 op de 100 mensen)

  • Een verhoogde kans op infecties. Neem bij de volgende verschijnselen contact op met uw arts: onverklaarbare koorts of keelpijn, blaasjes in de mond en keel. Door het tekort aan witte bloedcellen bent u ook bevattelijker voor infecties door virussen, bacteriën of schimmels. Neem altijd contact op met uw arts bij infecties als verkoudheid, keelontsteking, griep, steenpuisten en andere huidinfecties of als uw temperatuur oploopt boven de 38,5 ºC.

    Deze bijwerking ontstaat doordat het lichaam minder witte bloedcellen aanmaakt. Het ontstaat meestal vanaf ongeveer 7 dagen na het infuus en neemt weer af in de derde week na het infuus. Soms is het nodig de dosering te verlagen of de volgende toediening uit te stellen. Soms zijn er medicijnen mogelijk om de aanmaak van bloedcellen te stimuleren. De arts zal uw bloed daarom tijdens de behandeling regelmatig laten controleren. Het bloed herstelt zich weer als de kuur is afgelopen.

  • Haaruitval en kaalheid. Niet alleen van hoofdhaar, maar ook van wenkbrauwen, wimpers, oksel- en schaamhaar.

    Meestal zal na de behandeling het haar na ongeveer een maand weer gaan groeien.

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, braken, verlies van eetlust en diarree. Zelden buikpijn en verstopping.

    Deze bijwerkingen ontstaan door ontsteking van de slijmvliezen van slokdarm, maag en darmen. De klachten beginnen meestal op de eerste dag van de behandeling en kunnen enkele dagen aanhouden.
    Zeer zelden ontstaat een ernstige diarree door een ontsteking van het laatste deel van de darm.
    Om maagpijn en brandend maagzuur te bestrijden, kan de arts een maagbeschermend middel voorschrijven. Bij misselijkheid schrijft de arts een antibraakmiddel voor. Soms helpt het om vaker te eten, maar dan kleine beetjes.
    Zorg dat u extra drinkt als u diarree heeft en moet overgeven. Neem contact op met uw arts als u bovenop uw normale ontlastingpatroon vier maal of vaker per dag dunne ontlasting heeft of als u ook 's nachts diarree heeft. Soms is het nodig om uitdroging te voorkomen met medicijnen tegen diarree of een vochtinfuus. Ook als u vaker dan één keer per dag moet braken moet u de arts waarschuwen.

  • Pijnlijke mond, tong of keel, droge mond, smaakstoornissen

    Deze bijwerkingen ontstaan door ontsteking van de slijmvliezen van mond, keel en slokdarm. U kunt dit zien aan een vuurrode kleur van de slijmvliezen. Eten en drinken kunnen hierdoor pijnlijk zijn. In veel gevallen helpt het om op ijsblokjes te zuigen, tijdens en direct na de chemotherapie.
    Tijdens de chemokuur kunnen ingrepen aan uw gebit of in uw mond de klachten verergeren. Vóór u aan de chemokuur begint is het daarom verstandig om uw tandarts uw gebit te laten controleren en eventueel behandelen. Verzorg uw gebit extra goed door een aantal maal per dag te poetsen met een zachte tandenborstel. Ook kunt u spoelen met een desinfecterende mondspoeling.

  • Zwak gevoel, pijn, spierpijn, zelden gewrichtspijn

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Bloedarmoede

    Deze bijwerking ontstaat doordat het lichaam minder rode bloedcellen aanmaakt. Deze bijwerking ontstaat meestal vanaf ongeveer 7 dagen na het infuus en neemt weer af in de derde week na het infuus. Soms is het nodig de dosering te verlagen of de volgende toediening uit te stellen. De arts zal uw bloed daarom tijdens de behandeling regelmatig laten controleren. Het bloed herstelt zich weer als de kuur is afgelopen. Neem bij extreme vermoeidheid, bleke huid en slijmvliezen contact op met uw arts.

  • Slapeloosheid en hoofdpijn

  • Beschadiging van de nagels, verkleuren of loslaten van de nagels

  • Vocht vasthouden (oedeem). U merkt dat aan zwelling van voeten en enkels. Ook kunt u vocht vasthouden in de longen. U merkt dat aan benauwdheid en moeite met ademen. Verder kan uw gewicht toenemen. Doordat u vocht vasthoudt kan uw bloeddruk stijgen en kunt u last krijgen van hartfalen, hartritmestoornissen of pijn op de borst.

    Uw arts zal uw hartwerking voor, tijdens en na de behandeling regelmatig controleren. In sommige gevallen schrijft de arts het bijnierschorshormoon dexamethason voor om de kans op vocht vasthouden te verminderen.

  • Zenuwbeschadiging. Dit merkt u aan een doof of tintelend gevoel in armen of benen, zeer zelden aan ernstige pijn in armen of benen. Zeer zelden kan uw gehoorzenuw beschadigd raken.

    Raadpleeg uw arts als u minder goed hoort of pijn in armen of benen krijgt.

  • Huiduitslag, met bultjes, jeuk, vooral op handen en voeten, maar ook op armen, gezicht of borst

    Deze bijwerking ontstaat binnen 1 week en neemt binnen 3 weken weer af. Zelden ontstaan ernstige verschijnselen, zoals roodheid, zwelling en afschilfering van de huid. Huiduitslag kan ook wijzen op overgevoeligheid (zie Zelden: Overgevoeligheid).

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Zenuwbeschadiging. Dit merkt u aan een doof of tintelend gevoel in armen of benen, zeer zelden aan ernstige pijn in armen of benen. Zeer zelden kan uw gehoorzenuw beschadigd raken.

    Raadpleeg uw arts als u minder goed hoort of pijn in armen of benen krijgt.

  • Tranende ogen, irritatie van de ogen. Zeer zelden ontstaat een ernstige bijwerking waarbij uw gezichtsvermogen vermindert.

    Waarschuw uw arts als u minder goed ziet.

  • Pijn of tintelend gevoel op en rond de plaats van de infuusnaald

    Dit kan ontstaan doordat de infuusvloeistof buiten de ader in het omliggende weefsel terechtkomt. Hierdoor kan het weefsel ernstig ontsteken en gaan zweren. Waarschuw direct uw arts of verpleegkundige bij klachten zoals roodheid, warmte en zwelling.

  • Verhoogde kans op bloedingen, zoals bloedneuzen. Deze bijwerking ontstaat door een tekort aan bloedplaatjes. Neem contact op met uw arts bij onverklaarbare bloedneuzen, onderhuidse bloedinkjes en blauwe plekken.

     

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit ontstaat soms al enkele minuten na het begin van het infuus. U merkt dit aan blozen, huiduitslag, jeuk, pijn op de borst, benauwdheid, koorts, rillingen, zweten, flauwvallen. Uw arts zal u tijdens het infuus goed controleren.
     

    Zelden ontstaat een ernstige huidaandoening met blaren, met name op de lippen en op de slijmvliezen van de mond en geslachtsdelen. Waarschuw dan direct een arts. In sommige gevallen schrijft de arts het bijnierschorshormoon dexamethason voor om de kans op overgevoeligheid te verminderen.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Hand-voet-syndroom. De handen en voeten zijn pijnlijk, rood en gezwollen en kunnen tintelen of doof aanvoelen. De huid kan afschilferen en er kunnen zweren of blaren op de huid ontstaan.

    Waarschuw uw arts als u deze verschijnselen bemerkt. Om deze bijwerking te voorkomen kan het zinvol zijn de handen en voeten te koelen tijdens de behandeling door ze in koud water te dompelen. Vet de handen in met een verzachtende crème, maar wrijf niet omdat dan eerder blaren ontstaan.

  • Beschadiging van de lever, nieren of longen

    Uw arts zal de werking van lever, nieren en longen regelmatig controleren.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik docetaxel gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen en niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘Samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Vaccins. Docetaxel kan de werkzaamheid van sommige soorten vaccins verminderen en de kans op bijwerkingen door de vaccins vergroten. Overleg met uw apotheker of arts als u moet worden gevaccineerd.
  • De antistollingsmiddelen acenocoumarol en fenprocoumon. Docetaxel kan de werking hiervan beïnvloeden. Licht de trombosedienst daarom in als u docetaxel gaat gebruiken, de dosering verandert of als u stopt met het gebruik van docetaxel.
  • Sommige medicijnen tegen hiv. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Het is belangrijk dat uw arts weet welke medicijnen u nog meer gebruikt. Neem daarom uw medicatieoverzicht mee als u naar het ziekenhuis gaat. Dit is een overzicht waarop staat welke medicijnen u gebruikt, maar ook of u bijvoorbeeld allergisch bent voor bepaalde medicijnen. U kunt dit overzicht bij uw eigen apotheek opvragen. Krijgt u in het ziekenhuis nieuwe medicijnen, of verandert er iets aan uw medicijngebruik? Geef dit dan ook weer door aan uw eigen apotheek. Dan blijft uw medicatieoverzicht actueel.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Heeft u last van extreme vermoeidheid, ernstige misselijkheid en braken? Dan kan dit uw rijvaardigheid beïnvloeden. Rijd geen auto als u hier last van heeft.

alcohol drinken?
Alcohol irriteert de slijmvliezen van het maagdarmkanaal. Het vergroot daardoor de kans op bijwerkingen op de maag en de darmen. Gebruik daarom liever geen alcohol tijdens de chemokuur, zolang u last heeft van uw maag en darmen.

alles eten?
U kunt alles eten wat uw maag verdraagt. Bepaalde soorten voedsel zijn echter af te raden als u last heeft van uw maag.

Op deze site kunt u onder ‘Klachten & Ziektes’, ‘Maagklachten’ adviezen vinden voor mensen met maagklachten.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
U mag dit medicijn NIET gebruiken als u zwanger bent of wilt worden. Er is een grote kans dat het aangeboren afwijkingen bij het kind veroorzaakt. Gebruik daarom een goede anticonceptie tijdens de behandeling en tot 2 maanden na de behandeling.

Borstvoeding
Geef GEEN borstvoeding als u dit medicijn moet gebruiken. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk komt. Als dit gebeurt, kan het ernstige bijwerkingen bij het kind veroorzaken.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Dit medicijn wordt in het ziekenhuis toegediend.

Wanneer?
Per soort kanker is er een ander type behandeling met een ander toedieningsschema. Uw arts bepaalt dit voor iedere individuele patiënt afzonderlijk.

Hoelang?
Het infuus wordt in een bloedvat toegediend gedurende 1 uur. Deze behandeling wordt iedere 3 weken herhaald, afhankelijk van het soort chemokuur dat u krijgt.

Wat te doen met urine, ontlasting, bloed, wondvocht of braaksel?
Voor uw directe omgeving, zoals huisgenoten, is het verstandig contact te vermijden met uw lichaamsvloeistoffen. Dit betekent niet dat aanraken of zoenen verboden is. Het gaat er alleen om niet in aanraking te komen met urine, ontlasting, bloed, wondvocht of braaksel, omdat het medicijn hierin aanwezig is. De volgende maatregelen zijn daarbij nodig.

Bij toediening als infuus
Neem tijdens de behandeling en tot 4 dagen na het laatste infuus de volgende maatregelen.

  • Was uw handen na elk toiletbezoek. Mannen kunnen het best zittend plassen, om spatten te voorkomen.
  • Spoel na gebruik van het toilet 2 keer achter elkaar door, met het wc-deksel dicht. Zo voorkomt u spatten. Maak het toilet elke dag schoon.
  • Komt u in contact met lichaamsvloeistoffen, bijvoorbeeld bij schoonmaken? Gebruik dan wegwerphandschoenen.
  • Zit er urine, ontlasting, bloed of braaksel of uw kleding of beddengoed? Doe ze dan meteen in de wasmachine. Was ze niet samen met ander wasgoed. Kunt u ze niet meteen wassen? Bewaar ze dan in een afgesloten plastic zak.
  • U kunt resten van urine, ontlasting en braaksel opruimen met een wegwerpmatje of keukenpapier. Gooi ze daarna weg in een dubbele afvalzak. Maak de plek daarna eventueel schoon met een sopje. Spoel het sopje door het toilet.
  • Bloed en wondvocht kunnen resten van het medicijn bevatten. Doe daarom verband, gaasjes en ander wegwerpmateriaal in een dubbele afvalzak.
  • Ook sperma en vagina uitscheiding kunnen resten van dit medicijn bevatten. Gebruik een condoom en/of een beflapje. Deze kunt u weggooien in een dubbele afvalzak.
  • Wilt u meer weten? Bekijk dan de adviezen op kanker.nl.